De Nederlandsche Oliefabriek (NOF) werd in 1883 opgericht in Delft en speelde een belangrijke rol in de industriële productie van plantaardige oliën in Nederland. De fabriek werd opgericht in een periode van snelle industrialisatie, waarin de vraag naar goedkope, plantaardige oliën toenam. Deze oliën werden gebruikt voor allerlei toepassingen, van koken tot verlichting en zeep. De NOF specialiseerde zich in het produceren van oliën uit diverse grondstoffen zoals pinda’s.
In deze periode was Nederland een belangrijke speler op het gebied van handel en productie, mede dankzij de uitgebreide koloniale contacten in landen zoals Indonesië, waar veel pinda’s werden verbouwd. Door de technologische vooruitgang in olieverwerking kon de NOF olie efficiënt extraheren uit pinda’s. Dit was een belangrijke stap omdat pindavariëteiten toen nog een relatief nieuwe grondstof waren voor de olieproductie.
Delftsche Slaolie, een van de belangrijkste producten van de NOF, werd gepromoot als een gezond en veelzijdig kookproduct. De olie werd uit pinda’s geperst en was een goed alternatief voor traditionele dierlijke vetten zoals boter en reuzel. Slaolie werd aanvankelijk gepositioneerd als een lichte en gezonde keuze, vooral geschikt voor het aanmaken van salades, vandaar de naam “slaolie”. De productie van deze olie was succesvol, niet alleen vanwege de kwaliteit van het product zelf, maar ook door de vooruitstrevende reclamecampagnes die eraan gekoppeld waren. De eerder genoemde poster van Jan Toorop is een goed voorbeeld van hoe NOF innovatieve marketingstrategieën gebruikte om hun producten te promoten en hun merkidentiteit te versterken.
Calvé kwam in 1898 in beeld toen de Frans-Zwitserse firma Calvé fuseerde met de NOF. Calvé was oorspronkelijk een Franse onderneming die zich richtte op de productie van sauzen en oliën. Deze fusie leidde tot een bredere diversificatie van producten, waaronder mayonaises, sauzen, en later ook pindakaas. De pindakaas werd gemaakt van het residue dat overbleef na persing van de pinda’s.
Pindakaas werd pas in de 20e eeuw geïntroduceerd, toen het voedingsmiddel in populariteit toenam in Nederland. Calvé heeft hierbij optimaal gebruik gemaakt van de infrastructuur en kennis die ze al hadden vanuit hun ervaring met pinda’s voor de productie van slaolie. Het merk Calvé is vandaag de dag vooral bekend van de pindakaas, maar de oorsprong ligt in de productie van plantaardige oliën, zoals slaolie, en de fusie met de NOF in Delft.
De geschiedenis van NOF weerspiegelt de industriële en economische ontwikkelingen van die tijd. Het bedrijf groeide uit van een lokale speler in de olieverwerkingsindustrie tot een deel van een grote internationale onderneming met een breed scala aan voedingsmiddelen. Deze groei was niet alleen te danken aan de productie van innovatieve producten, maar ook aan slimme fusies en een sterke focus op reclame, waarbij kunst en commercie hand in hand gingen, zoals blijkt uit de iconische slaolieposter van Toorop.